De minst leuke banen in de wielersport

Door Christopher Ashley

Graffiti-verbeteraar

Tijdens de Tour de France van dit jaar besloot de NOS een televisie-item te maken over de mannen die een wel heel bijzondere taak hebben: het onzichtbaar maken van aanstootgevende graffiti en teksten op het wegdek.

Elke etappe rijden zij voor het peloton uit, houden zij de weg nauwlettend in de gaten en passen zij de ongepaste straatschilderingen zodanig aan dat ze onherkenbaar zijn. Een geslachtsdeel dat op het asfalt is getekend verandert bijvoorbeeld in een uil of vlinder. Gelet op de tijdsdruk is het aanpassen – lees: het verbeteren – van wegschilderingen de snelste oplossing.

Mechanieker in koers

Je kunt een hoop leren als je een mechanieker volgt die fietsen schoonmaakt, stuurlint wikkelt en overlegt met de renners – om vervolgens slechts zeer kleine aanpassingen te maken aan de wielen, remmen en zadels. De mechaniekers leveren belangrijk en goed werk, maar hun baan heeft ook minder fraaie kanten. Ze zitten soms lange tijd achter elkaar in een volgwagen en vervelen zich omdat ze maar weinig hoeven te doen. Soms zijn er ook zeer stressvolle situaties. .

Ploegleiders en managers proberen de stressfactor te verminderen door hun mechaniekers binnen het team bezig te houden. Nu is het op zich geen probleem om eens een paar tuben te kitten, maar wat als je de opdracht krijgt om vijftien paar voor elke etappe te doen? Dat is niet altijd prettig, zeker niet als daarop een acht uur durende etappe met daarin weinig actiemomenten volgt. Als je meerdere van dit soort dagen in een wielerronde van drie weken hebt, kan dat gaan vervelen.

Lid van de teamstaf

Als de fiets het chassis is, is de wielrenner de motor. De teamstaf is daarbij onmisbaar, want die zorgt ervoor dat het geheel in staat is om te kunnen presteren. De motor moet onderhouden worden en er klaar voor zijn om elke etappe een topresultaat neer te zetten. Het probleem is dat ook het mentale aspect meeweegt. Die kan de motor – het lichaam van de renner – beïnvloeden. De teamstaf moet daar goed mee overweg kunnen en naar het rennerslichaam luisteren. Dave Brailsford legt dat hieronder haarfijn uit.

 

Bestuurder van een voertuig in de karavaan

Personenwagens van ‘gewone’ mensen zijn ervoor gemaakt om zo zuinig mogelijk brandstof te verbruiken bij snelheden tot circa 100 kilometer per uur. Volgauto’s in de wielersport rijden aanmerkelijk langzamer en klauteren ook vele kilometers achtereen tegen extreem steile hellingen. De versnellingssystemen moeten daarom speciaal getuned worden in de aanloop naar een grote wielerronde. Om een idee te krijgen van de eisen die aan volgwagens worden gesteld, kun je het filmpje hieronder bekijken.

Bedenk nu eens hoe het is om onnatuurlijk langzaam in een wagen te rijden, terwijl er ook nog wielrenners om je heen fietsen. Dat vereist opperste concentratie en focus. Er liggen immers heel wat risico’s op de loer. Het besturen van een volgauto of een motor in het peloton is een privilege, maar het is ook uitdagend. Daarom is het misschien nog wel fijner om als bijrijder mee te gaan in koers, zodat je de aandacht volledig bij de verrichtingen in de wedstrijd kunt houden.