Eugène Christophe moest zijn voorvork zelf repareren in een smederij in de Tour van 1913

Door Jiri Kaloc

Moderne Tour de France-renners hoeven zich weinig zorgen te maken over mechanische kwesties. Meestal is het relatief makkelijk om een vervangende fiets te krijgen als er iets mis gaat. Dat was niet altijd zo. Hoe gingen renners met mechanische storingen om toen er nog geen ondersteuning was?

In de Tour van 1913 werden de renners voor het eerst linksom door Frankrijk gestuurd. Het was de langste Tour ooit met een totaal van 5388 km. Eugène Christophe, een van de favorieten, was erop gebrand om de titel weer naar Frankrijk terug te halen, nadat de zege het jaar ervoor naar België was gegaan.
Christophe lag 4 minuten achter op Odile Defraye, de winnaar van 1912, toen de Ronde de Pyreneeën bereikte. Hij was van plan om aan te vallen in de legendarische etappe met de cols Peyresourde, Aspin, Tourmalet en Aubisque. Zijn aanval was succesvol en Defraye, die veel last had van zijn dijspier, moest opgeven aan de voet van de Tourmalet met een achterstand van meer dan een uur. De enige Belg die nog een gevaar kon vormen was Philippe Thys, maar het zou een wonder zijn als die nog bij zou komen.

Eugène Christophe 1912in 1912. © Profimedia

Christophe vloog over de onverharde wegen op weg naar de top van de Tourmalet, waar hij zijn achterwiel verwijderde om naar een groter verzet te wisselen. Het zou nog jaren duren voordat er derailleurs werden gebruikt. Renners in de Tour van 1913 moesten gebruikmaken van “twee-versnellingen”-fietsen. Aan elke zijde van het wiel hadden deze een ander kettingwiel. Voor het verwisselen van de versnelling moesten de renners het hele wiel verwijderen, omdraaien en weer monteren. Op dit punt had Christophe een zeer comfortabele voorsprong van 18 minuten op Thys in het algemeen klassement. Tijdens de afdaling zat hij te zingen, blij als hij was met het verloop van de koers. Maar toen sloeg het noodlot toe. Hij schreef later:
“Ik voelde ongeveer 10 kilometer vóór Ste-Marie-de-Campan dat er iets mis was met mijn stuur. Ik kon niet meer sturen. Ik stopte en stapte af. Toen zag ik dat mijn voorvork gebroken was.”
Als slotenmaker kon Eugène Christophe veel repareren, maar een gebroken voorvork ging net iets te ver. Hij stond er alleen voor. Dus verwijderde hij zijn voorwiel, hield dit in zijn linkerhand terwijl hij het frame over zijn rechter schouder droeg. Hij vervolgde zijn weg te voet terwijl de concurrenten hem passeerden. Hij gleed op zijn kont de bergen af tussen de bochtige wegen en volgde de geitenpaadjes om tijd te besparen. Na 10 km lopen bereikte hij Ste-Marie-de-Campan, waar hij een klein meisje aansprak.
“Waar is hier de smidse?” vroeg Christophe.
“Aan de andere kant van het dorp. Daar zit mijnheer Lecomte de smid”, antwoordde het meisje.
“Wil je me daar naartoe brengen?”

Eugène ChristopheJean Stablinski en Eugène Christophe in 1968. © Profimedia

Toen Christophe bij de smederij aankwam met zijn kapotte kleren en besmeurde gezicht, stond de wedstrijdorganisatie daar al op hem te wachten. Ze sloten de smederij, zodat niet het hele dorp kon komen kijken.
“Ik kan je voorvork wel maken”, zei Lecomte.
De wedstrijdorganisatoren waren strikt en stonden niet toe dat de smid dat zou doen. Door hulp van buitenaf zou Christophe gediskwalificeerd worden. Dus mocht Lecomte alleen mondeling instructies aan Christophe geven, nadat deze was begonnen om de voorvork zelf te repareren.
“Je hebt allebei je handen nodig om de voorvork te hameren”, zei Lecomte.
“Hoe kan dat als ik de blaasbalg moet bedienen om het vuur goed te laten branden?”, antwoordde Christophe.
Wanhopig vroeg hij een 7-jarig jongetje dat naar binnen was geslopen, om de blaasbalg voor hem te bedienen. Het lukte hem om de voorvork te repareren. Nadat hij zijn fiets weer in elkaar had gezet, was hij klaar om weer op te stappen.
“Goed gedaan. Maar het jongetje heeft die blaasbalg voor jou bediend. En dat is hulp van buitenaf. Je krijgt 10 strafminuten”, kreeg Christophe van de wedstrijdorganisatie te horen.
Hij vloekte, maar focuste zich op de eindbestemming. Op dat moment had hij door het incident meer dan 4 uur verloren. Hij stopte zijn zakken vol met brood en begon weer te trappen. Hij wist die dag 15 klimmers te passeren en nog 2 cols te beklimmen. Hij had het gefikst, maar zijn droom om de Tour te winnen was in rook opgegaan.
Door protesten van fans bracht de wedstrijdorganisatie de tijdstraf terug tot 3 minuten, maar dat veranderde het resultaat niet. Christophe finishte als 7e in het algemeen klassement. Door het incident bij de Tourmalet werd hij echter bekender dan enig andere kampioen van die tijd.