De ploegleiderswagen van Team Sunweb voor Parijs-Roubaix

Door Martin van den Bosch

Parijs-Roubaix staat te boek als een van de meest veeleisende wielerwedstrijden van het jaar. De 257 kilometer lange route door een landschap waar de tijd stil lijkt te staan, voert de renners over 54,5 kilometer kasseien. Het stuiteren over deze ongelijk liggende natuurstenen is niet alleen voor de renners een beproeving. Ook voor het ondersteunend personeel is het verre van comfortabel. We kozen het wiel van Team Sunweb tijdens de voorbereiding op deze veeleisende klassieker.

 

Voorzorgsmaatregelen

Tijdens de tweede zondag van april bedwingen de renners kilometers aan met kasseien geplaveide martelgangen die normaal gesproken met de auto het beste vermeden kunnen worden. Om de ploegleidersauto te beschermen tegen al dit geweld, neemt de ploeg extra voorzorgsmaatregelen. Team Sunweb heeft aan de onderkant van zijn Škoda SUPERB COMBI een metalen plaat aangebracht om de auto te beschermen tegen de ongelijk liggende kasseien. Geen overbodige luxe. Zeker wanneer je bedenkt dat de meeste kasseiwegen behoorlijk bol staan. Daarnaast is de vering verhoogd om de onregelmatigheden onderweg beter op te kunnen vangen.

De ploeg volgt zijn renners op weg naar Roubaix met één auto. In de ploegleiderswagen zit ploegleider Marc Reef aan het stuur om de chaos in goede banen te leiden. Naast Marc zit er met Michiel Elijzen op de bijrijdersstoel een tweede ploegleider. Op de achterbank zit een mechanieker die bij eventuele pech in actie kan komen.

De cockpit is voorzien van de nodige apparatuur om hen onderweg te ondersteunen. “We hebben een koersradio voor informatie uit de wedstrijd”, legt Marc uit. “De speaker zit tussen de bijrijdersstoel en de mechanieker, zodat ze allebei makkelijk mee kunnen luisteren. Daarnaast beschikken we over apparatuur voor de communicatie met de renners en de verzorgers. Via een klein tv-scherm kunnen we de wedstrijd volgen en dankzij een tablet beschikken we over extra informatie over de route.”

Efficiënt ingedeeld

Een van de taken van de ploegleiding is om de renners onderweg van voeding en drinken te voorzien. Daarom zit het vakje in de autodeur aan de bestuurderskant vol met sportvoeding. “Stel dat er een renner bij de auto komt en hij heeft een reep of een gelletje nodig, dan kunnen we daar makkelijk bij en het hem direct aangeven,“ geeft hij aan. “De bidonnen zitten in de koelbox achterin. In de kofferbak liggen ook de regentassen. Als er iemand voor bidon of regenjasje komt, kan de mechanieker daar makkelijk bij.”

Van de ruimte in de koffer wordt efficiënt gebruikgemaakt. “In de kofferbak liggen nog reservehelmen, zodat renners indien nodig kunnen wisselen. Daarnaast gaat er vaak een pomp mee en behalve de koelbox en de tasjes met regenkleding liggen er nog extra wielen.”

Parijs-Roubaix vormt een aanslag op het materiaal, al rijden de ploegen vandaag de dag minder lek dan vroeger. “Ik moet het afkloppen, maar ik denk dat we de laatste 3-4 jaar misschien 1 lekke band hebben gehad”, zegt Marc. Omdat de kans op lekke banden en valpartijen hier groter is dan in andere wedstrijden, staat bij ieder van de 29 stroken iemand van de ploeg met reservewielen.  “Als renners een lekke band krijgen, staan ze vaak eerder bij iemand langs de kant dan bij de ploegleiderswagen.”

Alle fietsen op 1 dak

Op het dak staan zeven exemplaren van de nieuwe Cervélo R3 fiets, die speciaal ontwikkeld is voor dit soort wedstrijden. De ploeg heeft de dakdrager op maat laten maken, waardoor de fietsen van alle renners er volledig op passen. Achter de positie van de fietsen op het dak zit een gedachte. “Aan de buitenkant staan rechtsachter en rechtsvoor de fietsen van de kopmannen. Dit is ook de kant waar de mechanieker uitstapt. Dan kan hij wanneer het nodig is als eerste bij die fietsen.”

De Cervélo R3 is uitgerust met schijfremmen. Deze hebben de naam dat het lastig is om van wiel te wisselen, maar in de praktijk valt dat wel mee. “Het gaat nu sneller dan afgelopen jaar. Cervélo heeft een heel handig systeem waarbij je hem losklikt, een klein slagje draait en er al uit kunt trekken. Eigenlijk gaat het nog sneller dan een normaal wiel.”

In een nerveuze en hectische wedstrijd als Parijs-Roubaix, is het niet vanzelfsprekend dat de auto ongeschonden uit de strijd komt. “Je bent achter het stuur vooral met de wedstrijd bezig, maar je probeert natuurlijk je auto heelhuids weer aan de finish te krijgen. In Roubaix is de kans veel groter op schade aan je auto. Dat komt vooral door de staat van de kasseistroken. De gaten in de weg en de bolling van het wegdek. Maar zelf heb ik gelukkig nog nooit iets gehad.”

Voor Marc wordt het zijn zevende deelname aan Parijs-Roubaix. “Mijn mooiste herinneringen beleef ik aan de edities met John Degenkolb. Hij reed bij onze ploeg en wist in 2015 te winnen. Het jaar ervoor werd hij tweede en kreeg hij onderweg te maken met pech. Hij moest van fiets wisselen en werd door zijn ploeggenoten teruggebracht. Net voor de bevoorrading sloot hij weer aan. Zo zie je maar: Wat je ook tegenkomt in een wedstrijd als deze, je moet altijd weer geloof houden dat je weer terug in koers komt.”